Feitenonderzoek immobilisatie
Een immobilisaat is volgens het Landelijk afvalbeheerplan (LAP3) een “technologische ingreep waarbij de fysische en/of chemische eigenschappen van een afvalstof worden gewijzigd, zodanig dat de kans op verspreiding van milieuverontreinigende stoffen door uitloging, erosie of verstuiving op de korte en lange termijn wordt verminderd”.
Royal HaskoningDHV heeft in opdracht van Rijkswaterstaat een feitenonderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken van immobilisatie in Nederland. Doel van het onderzoek was om feiten te leveren voor de vraag hoe immobilisatie past binnen een circulaire economie en of het huidige beleid, dat is vastgelegd in LAP3, volstaat. Het onderzoek geeft geen advies voor toekomstige beleidsinvulling, maar zegt dat meer onderzoek nodig is.
Immobilisatie-varianten
In het onderzoek worden meerdere varianten van immobilisatie onderscheiden waarbij de belangrijkste, de productie van secundaire bouwstof is. Verontreinigde minerale reststoffen met een anorganisch bindmiddel worden tot een immobilisaat vormgegeven waarbij de ongewenste milieuhygiënische eigenschappen eveneens worden vastgelegd. Een andere belangrijke variant is de vervanging van primaire grondstof waarbij de productie zo wordt ingericht dat specifieke ongewenste eigenschappen van de toegevoegde afvalstof worden geïmmobiliseerd. Genoemd voorbeeld van de tweede variant is beton, waarin soms verontreinigde afvalstoffen worden toegepast zoals AVI-bodemas, E-vliegas, beeldbuisglas en olifantsgras.
De toepassing van immobilisaat is de afgelopen jaren toegenomen van 919 kton in 2016 tot 1.500 kton in 2020. Het aandeel AVI-bodemas steeg van 10 procent in 2016 tot 42 procent in 2019. Andere afvalstoffen die worden geïmmobiliseerd zijn baggerspecie, cellenbeton, niet-reinigbaar straalgrit, poederkoolvliegas, snijzand, sorteerzeefzand, staalslak, thermisch gereinigde grond, verontreinigde grond en vormzand, avi-vliegas, filterkoek en rookgasreinigingsresidu. Opvallend is dat immobilisatie van de laatste 3 van deze genoemde stoffen volgens LAP3 niet zijn toegestaan, ondanks dat zij soms wel als grondstof in certificatierichtlijnen opgenomen.
Ook niet-verontreinigde grondstoffen?
Het lijkt wat bevreemdend dat ook recyclinggranulaat en bijvoorbeeld ballastgrind worden genoemd als componenten van immobilisaat, maar aangegeven is dat dit vooral te maken heeft met het bereiken van de gewenste civieltechnische eigenschappen. Ook de toegepaste bindmiddelen hebben uiteraard deze functie. Als bindmiddel wordt vrijwel uitsluitend cement toegepast (in 2020 circa 105 kton). Naast cement is vastgesteld dat er ook puzzolane mineralen worden toegepast, die zijn geproduceerd uit reststoffen.
De toename van immobilisatie wordt deels verklaard door een competitieve prijsstelling. Het produceren van een immobilisaat is interessant voor het mengen van één of meerdere afvalstoffen, die afzonderlijk een negatieve of geen (financiële) waarde hebben, maar als mengsel functioneel worden toegepast en bovendien voldoen aan de milieueisen. Het verdienmodel is dat daarmee een positievere financiële waarde wordt bereikt. Immobilisaten worden onder andere toegepast in funderingsmateriaal voor wegen, distributiecentra, parkeerplaatsen, zonneparken en in taluds.
Eén van die risico’s is dat bij immobilisaat de grenswaarden voor zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) worden overgeschreden waardoor het materiaal niet meer gerecycled kan worden en na de gebruiksfase tegen hoge kosten moet worden gestort. Bijvoorbeeld het sectorplan voor steenachtige afvalstoffen heeft hier een beperking voor opgenomen.
Er is momenteel voor het gebruik van afvalstoffen in immobilisaat alleen een meldplicht indien het grond betreft. Met het ingaan van de Omgevingswet gaat er wel een meldplicht gelden.
Alternatieven voor immobilisatie
Voor veel van de in immobilisaat verwerkte afvalstoffen zijn alternatieve bewerkingsmethodes beschikbaar, namelijk biologische, thermische en extractieve reiniging. Of deze bewerkingsmethodes voor een specifieke partij afvalstoffen een oplossing biedt is afhankelijk van de samenstelling. Naast deze afweging is het vooral een kostenafweging welke techniek wordt toegepast of dat er wordt geïmmobiliseerd. Zo lang er beleidsmatig alternatieven zijn toegestaan, is het immobilliseren aantrekkelijker dan de alternatieven zoals storten en extractieve reiniging.
Beleidsafweging
Voor een goede beleidsafweging is volgens Royal HaskoningDHV een recente LCA benodigd die de milieuwinst voor immobilisaten vergelijkt met die van alternatieve verwerkingsmethoden voor dezelfde minerale reststoffen. Geadviseerd wordt de stelling te betrekken dat immobilisatie en extractieve reiniging gelijkwaardig zijn. Deze stelling was betrokken op immobilisatie van verontreinigde grond, maar zou ook voor andere geïmmobiliseerde afvalstoffen bekeken moeten worden.
Het feitenonderzoek immobilisatie is te vinden via de rapportendatabank van Rijkswaterstaat: https://puc.overheid.nl/rijkswaterstaat/doc/PUC_652140_31/1/